Brandaan in de onderbouw: lessenreeks voor klas 3 (h/v)

Dit is het eerste deel in een vierluik over De reis van Sint Brandaan. Lees hier deel 2.

‘Luister, het verhaal vangt aan..’

met deze woorden begint Willem Wilminks hertaling van een tekst die we nu waarderen als ‘een van de bijzonderste verhalen die de middeleeuwen ons hebben nagelaten,’ aldus Frits van Oostrom. De reis van Sint Brandaan is een wonderbaarlijk en speels verhaal dat je prima met een onderbouwklas kunt lezen, bespreken en beleven. De bewerking van Willem Wilmink is gratis online beschikbaar als Bulkboek, net als andere mooie bronnen die de overlevering van de tekst in beeld brengen. Dus, wat let je om ermee aan de slag te gaan?

Waarom zou je Brandaan lezen bij het vak Nederlands?

Waar anders? Dit is geen tekst die leerlingen zelf snel tegenkomen. Daarom zie ik het als mijn rol als docent om ze bekend te maken met Brandaans avonturen. Juist in de onderbouw zou er ruimte moeten zijn voor meer dan alleen maar vrijblijvend leesplezier. Een ‘vreemde’ tekst bevragen en onderzoeken appelleert aan andere vaardigheden en interesses en helpt leerlingen om hun literaire competentie te ontwikkelen. Los daarvan, alles aan deze tekst ademt plezier: vertelplezier, luisterplezier en leesplezier. En samen een oude tekst beleven en onderzoeken wordt door mijn onderbouwleerlingen goed gewaardeerd, kijk maar eens naar de ervaringen van een brugklas die Reinaert las.

Middelnederlands reisverhaal dat geschikt is voor Harry Potter-lezers

De reis van Sint Brandaan is een twaalfde-eeuws reisverhaal dat is overgeleverd in twee Middelnederlandse verzamelhandschriften. Korte inhoud: Brandaan verbrandt een boek omdat hij de wonderlijke inhoud niet gelooft. Vervolgens wordt hij door een engel op reis gestuurd om de wonderen der schepping te aanschouwen samen met een schare monniken. Hij maakt zijn reis, komt tot inzicht, sterft als een gelukkig mens en reist meteen door naar de hemel.

Volgens Van Oostrom is het een tekst die de overgang markeert van een orale traditie naar een tekstcultuur: het is een voordrachtstekst die opgeschreven is. Dit gegeven is door leerlingen zelf te ontdekken door de tekstvorm te bespreken. Bovendien is de opeenstapeling van wonderbaarlijke avonturen heel erg geschikt voor jonge lezers: een pratend reuzenhoofd, een vis met een eiland op zijn rug, aanvallen door vissen en draken… Lezers van Harry Potter (en welke klas heeft die niet?) maken kennis met de christelijke symboliek en ontdekken bijvoorbeeld waarom Harry’s patronus de vorm van een hert heeft. (Dit vonden mijn eigen leerlingen een leuk gegeven. We bespraken ook, of het geloofwaardig zou zijn als Zwadderich een hert als symbool had. Niet dus. Deze impliciete culturele kennis hebben ze gewoon.)

De patronus van Harry Potter. Bron: wizardingworld.com

Brandaan heeft dus veel raakvlakken met de belevingswereld van fantasylezers en dit maakt het een leuke keuze voor jonge lezers. Maar het denken in genres is natuurlijk een anachronisme als je een middeleeuwse tekst interpreteert: er was toen nog niet zo’n duidelijke afbakening van de functies van teksten zoals we die nu kennen. Van Oostrom schrijft dat verhalen als Brandaan in halfgeletterde samenlevingen ‘een vehikel waren voor allerlei functies’, zoals informatie en amusement, filosofie en mythologie. Ik verwacht dat mijn leerlingen dit reisverhaal in de eerste plaats als fantasieverhaal zullen lezen. Vervolgens is het leuk om te ontdekken hoe dit verhaal nog meer gelezen werd of kon worden in de middeleeuwen. Bijvoorbeeld door het naast een Middeleeuwse dierenencyclopedie te leggen (naar Bas Jongenelens voorbeeld). Leerlingen trekken conclusies over Brandaan door de tekst met een andere middeleeuwse bron te vergelijken: intertekstueel redeneren.

Uitgangspunten en ontwerpeisen

Mijn lessenreeks draait om de volgende vragen: wat voor tekst is dit? Hoe lezen wij dit, en hoe werd de tekst door eerdere lezers gelezen? Waarbij zowel de middeleeuwse context als de latere receptie kort aan bod komen. Literaire leerdoelen dus, maar de lessen zelf integreren verschillende vaardigheden: lezen, spreken en schrijven. Deels is dit ingegeven door tijdgebrek: ik heb met mijn derdeklassen slechts twee lesuren per week. Integratie van vaardigheden is dus een noodzaak, wil ik nog aan literatuuronderwijs toekomen. Bij het voordragen/presenteren worden mijn leerlingen becijferd voor mondelinge taalvaardigheid. Ze ronden de lessen af met een schrijfopdracht die met een deelcijfer voor schrijfvaardigheid beoordeeld wordt. Hierin wordt ook hun interpretatie van Brandaan meegenomen. Boven alles draait het om het pure vertelplezier dat uit deze tekst spreekt. Als ze daar iets van ervaren ben ik een gelukkig docent.

Leeractiviteiten

Leerlingen hertalen een middelnederlands fragment;

Ze dragen een in groepjes een stukje uit de tekst voor of vertellen het na.

Leerlingen beleven het verhaal door de voordrachten van hun klasgenoten en hun docent.

Leerlingen maken kennis met de iconografie van Brandaan en maken een meme bij een afbeelding naar keuze.

Leerlingen bespreken hun eigen leeservaring en ontdekken hoe eerdere lezers Brandaan gelezen hebben.

Leerlingen vergelijken Brandaan met een andere historische brontekst en maken verbindingen met de teksten die ze zelf kennen.

meme van vier derdeklassers

Voorproefje van de tekst

Ben je nog niet overtuigd of deze middeleeuwse klassieker iets voor jou en je klas is? Luister dit korte voorleesfragment (8 minuten) uit de podcast ‘Het verblijf’ en oordeel zelf. Je hebt geen voorkennis nodig, alleen wat voorbereiding. Zo’n 1 – 1.5 uur. Je vindt de lesopzet hier. Ik ben er zelf net mee begonnen in twee 3vwo-klassen. De afrondende schrijfopdracht volgt nog, net als een terugblik op de ervaringen van mijn leerlingen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *