Waarom klassiekers in de klas?

Met mijn website wil ik bijdragen aan kennis over ontwikkelingsgericht literatuuronderwijs van de brugklas tot de in de bovenbouw.

We laten jonge lezers aan hun lot over wat de historische letterkunde betreft. Alleen in de bovenbouw havo/vwo komen leerlingen in aanraking met een beperkt aantal klassiekers uit de Nederlandse canon. In dit blog licht ik toe waarom ik met klassiekersindeklas.nl gestart ben: omdat alle leerlingen recht hebben op goed literatuuronderwijs. Hier kun je niet vroeg genoeg mee beginnen.

Literatuuronderwijs in de onderbouw

De historische letterkunde heeft geen plaats in het fictieonderwijs in de onderbouw. Leerlingen lezen pas in de bovenbouw Van den Vos Reynaerde of Karel ende Elegast, terwijl dit juist teksten zijn die jongere leerlingen aanspreken. Wat jammer dat we deze teksten niet eerder aanbieden!

Klassiekers lezen met jonge leerlingen vraagt om een eigen aanpak. De historische context is niet heilig, het is juist interessant om te zien wat er gebeurt in de confrontatie tussen een oude tekst en de belevingswereld van hedendaagse jonge lezers. Klassiekers lenen zich hiertoe. Niet voor niets noemt Calvino klassiekers de teksten die we herlezen: nieuwe generaties lezers brengen hun eigen interpretatiekader mee.

Ik onderzoek wat het oplevert om de canon met een open benadering in de klas te introduceren. In een ideale situatie beginnen leerlingen in de onderbouw te ontdekken hoe breed en wijdvertakt de Nederlandse literatuur is. Dit geeft ze een indruk van de literaire context van de hedendaagse jeugdliteratuur die ze (natuurlijk) ook lezen in de les. Want in alles wat ze lezen en zien zijn sporen te vinden van oudere teksten.

Leerlingen hoeven niet alles wat ze lezen te verklaren, bewonderen of begrijpen. Er is geen vaste lijst die alle leerlingen zouden moeten lezen, er zijn allerlei verschillende ontdekkingsroutes mogelijk. Bijvoorbeeld via intertekstuele relaties met de jeugdliteratuur, formele, generieke of thematische overeenkomsten tussen teksten. Een open benadering van de literaire canon biedt leerlingen de ruimte voor hun eigen interpretaties. Dit brengt leerlingen ‘dichter bij de boekenwereld,’ zoals een van mijn tweedeklassers het verwoordde. Het geeft ze het gevoel dat het ook hun wereld zou kunnen zijn.

Waarom is dit belangrijk?

Kennismaken met het Nederlandse literaire erfgoed is voor alle leerlingen van belang. Hubert Slings geeft heel veel goede argumenten waarom deze kennis bij kan dragen aan de vorming van leerlingen; onder meer vanwege de historische bewustwording en literaire competentie.

In mijn ogen is de kennismaking met diverse (historische) literaire teksten waardevol voor leerlingen van verschillende leeftijden en verschillende onderwijsniveaus. Als je de literatuurgeschiedenis reserveert voor de bovenbouw havo en vwo sluit je een grote groep leerlingen buiten. Het lezen van literaire klassiekers draagt bij aan het behouden en doorgeven van literair erfgoed. Daarnaast fungeren (bewerkingen van) literaire klassiekers als een rijke leeromgeving: leerlingen bouwen woordenschat en kennis op en doen leeservaring op met diverse bronnen.

De waarde van raadselachtige teksten in de klas

De ‘vreemdheid’ van een oude tekst kan ook bijdragen aan persoonsvorming. Juist door de grote afstand tot de eigentijdse jonge lezer kunnen canonieke teksten handvatten bieden om het praten over literatuur vorm te geven in de klas. Een historische tekst biedt heel veel veiligheid: omdat het vanzelfsprekend is dat hij vragen oproept bij de leerling. En dat is wat literaire competentie is: formuleren wat je nog niet begrijpt, en samen in gesprek gaan met en over literaire teksten. Hopelijk bouwen leerlingen daarmee ook tolerantie op voor teksten die anders zijn dan ze gewend zijn. En leren ze dat het niet erg is, als je niet direct begrijpt wat je leest. Samen kom je er vaak wel uit.

Los van deze instrumentele doelen heeft het lezen van literaire klassiekers ook een waarde op zich. ‘To read the classics is better than not to read the classics,’ aldus Calvino.

Geen leeslijst maar een gedeelde leeservaring

De canon moet de klas in, vanaf de brugklas tot het examenjaar, omwille van de teksten zelf, maar vooral ook om de uitwisseling erover in de klas. Door een canon aan te bieden in de klas spreken wij uit wat we van waarde vinden (waarover we best van mening mogen verschillen) en dat we literaire teksten van waarde vinden. En dat biedt ruimte voor een open dialoog.

Het gaat mij er niet om dat elke leerling de Max Havelaar leest. Het gaat erom dat je in de klas tot een betekenisvolle uitwisseling komt over de teksten die een rol spelen in onze cultuur, waarbij zowel de tekst, de leerling als de docent iets te zeggen hebben.

Het hoe en waarom van dit blog

Dit blog is een werk in uitvoering. Ik beschrijf mijn ervaringen met het lezen van en praten over canonieke teksten in de klas. Daarnaast wil ik linken naar interessant lesmateriaal van andere docenten. Vragen die mij momenteel interesseren zijn: op welke manier kun je jonge leerlingen het beste in aanraking brengen met het literaire erfgoed? Welke teksten doen het goed bij jonge lezers? Over welke impliciete culturele kennis beschikken leerlingen van 12-15 en hoe sluit je in je lesaanbod hierop aan? Welke leeservaringen moeten leerlingen in de onderbouw opdoen om in de bovenbouw een mooie eigen selectie te kunnen maken voor hun leeslijst? Hoe ontwerp je een leerlijn waarin onder- en bovenbouw mooi op elkaar aansluiten?

Onder het kopje lesmaterialen is een overzicht te vinden van het tot nu toe verzamelde lesmateriaal. Kun je je vinden in de didactische uitgangspunten en wil je eigen materiaal delen? Neem dan contact met mij op.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *