Wat zou er gebeuren als jonge lezers mee zouden praten over de canon van de Nederlandstalige literatuur? De nieuwe canonenquête biedt aanleiding om met leerlingen het gesprek aan te gaan over welke boeken ertoe doen. In dit blog deel ik een lessuggestie waarmee je het schooljaar kunt afsluiten door te reflecteren op wat leerlingen dit jaar lazen en leerden, en welke boeken volgens hen meer lezers verdienen.
Canon van de klas: begin en einde schooljaar
Ik startte het schooljaar in verschillende klassen met een werkvorm waarin leerlingen aan de hand van hun leesbeleving en lievelingsboeken groepjes vormden en samen nieuwe boeken op het spoor kwamen. We stelden een ‘canon van de klas’ samen. (Je vindt de lesopzet hier.)
Nu de laatste lesweken zijn aangebroken blik ik met mijn klassen terug op wat ze dit jaar gelezen en geleerd hebben. Ik ben op zoek naar manieren om voor leerlingen zelf zichtbaar te maken welke groei ze hebben doorgemaakt in hun literaire ontwikkeling. Een terugblik kan aanleiding bieden tot bewustwording van hun ontwikkeling. Dus leek het me leuk om onze canon van het begin van het schooljaar er weer bij te pakken en te kijken in hoeverre dit nog steeds de lievelingsboeken en -auteurs zijn van de leerlingen. Zijn er nieuwe titels bijgekomen? Zijn ze anders gaan lezen? Of is de canonconstellatie grofweg hetzelfde gebleven? Ook als je geen canon van de klas hebt samengesteld is het zinvol om aan het einde van het schooljaar de balans op te maken door te inventariseren wat er gelezen is, en hoe leerlingen daarop terugkijken. Je kunt eventueel ook gelezen boeken van Engels erbij betrekken.
De canonenquête: het perspectief van jonge lezers
Toevallig is er momenteel ook een internationaal gesprek gaande over de canon van de Nederlandstalige literatuur. De Taalunie heeft met verschillende partnerorganisaties in Nederland, België, Suriname en het Caribisch gebied een grote enquête uitgezet onder lezers. Dit initiatief onderscheidt zich van eerdere pogingen om de beste en mooiste boeken in beeld te krijgen doordat de enquête internationaal uitgezet wordt onder een breed lezerspubliek. Niet alleen specialisten praten mee, maar iedereen die een boek kan lezen in de Nederlandse taal en daar een mening over heeft en 16 jaar of ouder is. Het betreft wel alleen oorspronkelijk Nederlandstalig werk, geen vertalingen dus.
Deze canonenquête biedt een mooie gelegenheid om de canon van de klas in een groter perspectief te plaatsen. Wat is de canon van de Nederlandstalige literatuur? Welke boeken mogen hier volgens leerlingen niet in ontbreken? Sowieso is het interessant om de Nederlandse canonsituatie met ze te bespreken (ik wijdde er eerder een blog aan): In tegenstelling tot Vlaanderen hebben wij geen literaire canon, maar wel een geschiedeniscanon (waarin ook teksten en auteurs opgenomen zijn). En ondanks het feit dat we geen canon en geen verplichte leeslijsten hebben, lezen bovenbouwleerlingen bijna allemaal dezelfde boeken. Dus wanneer spreek je eigenlijk van een canon? Hebben we een onzichtbare canon? Is zo’n impliciete norm lastiger of makkelijker aan te vechten of aan te passen? Hoewel mijn jonge onderbouwleerlingen nog niet zelf mee mogen doen, ga ik deze enquête (en deze vragen) zeker met ze bespreken.
Door middelbare scholieren deel te laten nemen aan deze enquête betrek je ze bij het gesprek over de teksten die van waarde zijn in onze cultuur. En dat gesprek is precies de essentie van wat een canon is. Los van de educatieve waarde hiervan voor onze leerlingen, heeft de canon zelf ook wel wat te winnen bij een breder perspectief. Als er veel leerlingen meedoen, is er volgens mij een grote kans dat bijvoorbeeld Anna Woltz en Annie M.G. Schmidt hoge ogen gaan gooien (afgaande op de lievelingsauteurs van mijn eigen leerlingen). Dat kan de Vlaamse canonlijst wel gebruiken, want dat is best een oudewittemannenaangelegenheid (Zie ook de website van het initiatief Fixdit).
Je vindt de canonenquête hier. Invullen kost 10 minuten. Sommige vragen verdienen toelichting (bijvoorbeeld het verschil tussen historische teksten en literatuurgeschiedenis.). Let op: je moet de enquête voor 19 juni invullen. Daarna wordt de balans opgemaakt.