Met brugklassers praten over ChatGPT aan de hand van een verhaal van Tonke Dragt

De klas van de toekomst: een mechanische stem deelt een beurt uit en een leerling staat op. Ze legt haar boek op een voorleesapparaat. Na een druk op een knop begint het apparaat de tekst hardop uit te spreken. De taak van de leerling is dan al klaar: de voorleesrobot is aan het woord. In de klas zit ook Edu, een dromer, die zich realiseert dat lezen en schrijven nog veel moeilijker is dan rekenen. Want je hebt maar 10 cijfers, maar het alfabet telt 26 letters. Je zou dat maar allemaal zelf uit je hoofd moeten leren. Gelukkig hoeft dat niet, want daar zijn huiswerkrobots voor. Maar Edu’s huiswerkrobot is kapot en daarom probeert hij een oude rommelmarktrobot deze taak aan te leren. En dat zal niet zonder gevolgen zijn…

Schrijfrobots

In 1967 schreef Tonke Dragt het korte verhaal ‘De robot van de rommelmarkt,’ dat een voorstudie zou zijn voor haar sciencefictiontweeluik Torenhoog en mijlen breed en Ogen van tijgers (aanraders voor leerlingen in de onderbouw, ik schreef er eerder over op dit blog). In de wereld die Dragt beschrijft zijn alle betekenisvolle vaardigheden aan robots uitbesteed, waardoor leerlingen in een klaslokaal alleen maar ondersteunende handelingen uitvoeren (het draaien aan knoppen, bijvoorbeeld). Docenten zijn overbodig geworden. Zijn we met chatGPT een stap dichter bij dit scenario? Het verhaal roept fundamentele vragen op over geletterdheid en menszijn, en welke taken we wel en niet aan AI uit kunnen besteden.

ChatGPT

Dit is een perspectief dat soms ontbreekt in de berichtgeving over de mogelijkheden van chatGPT. Een Trouw-columnist schreef bijvoorbeeld dat we vroeger ook onze bedenkingen hadden bij het gebruik van rekenmachines in de klas en nu gebruiken we die allemaal. Waarom doen we dan zo moeilijk over de schrijfrobot? Omdat rekenmachines en schrijfrobots onvergelijkbaar zijn. Als je een rekenmachine een lastige opgave geeft, zal de uitkomst identiek zijn aan het hersenwerk van een sterke rekenaar. Maar deze logica gaat voor een schrijfrobot niet op. Schrijven is juist een vaardigheid die samenhangt met de ontwikkeling van je persoonlijkheid. Soms zitten daar herkenningspunten in van de ontwikkelingsfase waarin je op dat moment zit. Zo is het niet ongewoon dat brugklasleerlingen een schrijfopdracht beginnen met: ‘Hallo mevrouw dit is mijn werkstuk.’ Maar veel schrijfopdrachten hebben ook een heel eigen signatuur: je ziet de leerling als persoon erin terug.

Schrijven als jezelf

Ik denk aan een leerling die echt net zo uitbundig schrijft als ze is!!! Wat een plezier om na te kijken!!! (Al is het dan ook mijn taak om toch een beetje te snoeien in het aantal uitroeptekens.) Een andere leerling, die gevraagd werd een duidelijk standpunt in te nemen, leverde een zeer genuanceerd werkstuk in. De ondertitel luidde: mijn tweevoudige mening. Want zo’n jongen is hij. In het schrijven kom je jezelf tegen en daarmee heeft het ook een belangrijke pedagogische functie om schrijven te onderwijzen. Aan ons docenten de taak om leerlingen te laten ervaren waar hun grens ligt en ze uit te dagen om te experimenteren met taal.

Nu is het zo dat schrijfrobots bij genres met veel regels best een prima tekst kunnen (re)produceren. Maar zelfs bij teksten met een duidelijk stramien is er nooit slechts een manier om een onderwerp aan te vliegen. Je zou het zelf waarschijnlijk anders gedaan hebben. En daarom is wat de schrijfrobot (re)produceert niet van jou. ‘Wat de moeite waard is, moet je toch zelf doen,’ concludeert Edu, de hoofdpersoon in Tonke Dragts verhaal, wanneer zijn rommelmarktrobot kapotgegaan is door alle nieuwe vaardigheden die hij hem probeerde aan te leren. Edu ontdekt daardoor dat het de moeite waard is zelf ergens moeite voor te doen. Want door alles wat hij zijn robot probeerde te leren, heeft hij zichzelf leren lezen en schrijven.

De robot van de rommelmarkt

‘De robot van de rommelmarkt’ is opgenomen in de bundel Als de sterren zingen. Het is bij uitstek een verhaal om aan het begin van het schooljaar voor te lezen, zodat leerlingen meteen een van onze grootste schrijfsters leren kennen, en zodat je met ze kunt praten over schrijven, robots en wat je wel en niet aan ze over kunt laten.

Schrijven is je gedachten ordenen. Als je helder formuleert heb je ook goed op een rijtje wat je te zeggen hebt. Juist daarom is schrijven zo’n goede leerstrategie, net als uitleggen aan iemand anders wat je moet leren voor een toets. Als je het goed kunt verwoorden, begrijp je hoe het in elkaar zit. Daarom levert het meer op om te ploeteren op je eigen rommelige gedachtekronkels dan een kunstmatig ge(re)produceerde AI-versie uit te draaien. Omdat jij iets te zeggen hebt wat niemand anders precies op jouw manier kan zeggen. Omdat het verkennen van je persoonlijkheid en je taalvermogen hand in hand gaan. En dat er geen robot bestaat aan wie je deze ontdekkingsreis kunt toevertrouwen.

Over de gedichten voordragende robot uit Torenhoog en mijlen breed maakten we deze animatie.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *